Je zit in de stress, want er is alweer iets misgegaan bij de uitwisseling van data tussen twee of meer applicaties. Maar wat precies weet je niet en het kost je ook weer een hele dag om te achterhalen welke berichten er wel of niet zijn verwerkt. Waar jij behoefte aan hebt, is inzicht en grip op jouw applicatieketen. Het Frank!Framework helpt je daarbij: foute en niet afgeleverde berichten worden opgeslagen, waardoor datarecovery niet meer nodig is en je hebt altijd inzicht in berichtenstromen.
Het Frank!Framework is een open-sourceplatform en kun je vergelijken met een grote legodoos, het bevat namelijk meer dan 100 bouwstenen die je kunt configureren en koppelen. Zonder te programmeren. Met de integratiecomponenten koppel je op een eenvoudige manier verschillende systemen en applicaties met elkaar. En mocht je een applicatie willen integreren in je IT-landschap, dan hoef je bij een wijziging slechts één koppeling aan te passen en niet allemaal. Dat bespaart je een hoop tijd, kosten en eventuele fouten.
De kerntaak van het Frank!Framework is het uitwisselen van berichten tussen systemen. Maar om berichten uit het ene systeem leesbaar te maken voor het andere systeem, moeten ze worden aangepast. En dat gebeurt in het framework. Daarin wordt ook bijgehouden welke berichten er wanneer zijn uitgewisseld met welke systemen. Maar wat als de berichtuitwisseling misgaat?
Het kan zijn dat een doelapplicatie niet beschikbaar is, waardoor het framework het bericht niet kan afleveren. Daarom is het goed om te weten dat wat applicatie A heeft verstuurd en wat er vanuit de integratielaag naar applicatie B is doorgestuurd, wordt vastgelegd. En het bericht wordt vastgehouden als het niet kan worden afgeleverd. Op die manier hoef je geen datarecovery tussen applicaties te doen, omdat berichten binnen de integratielaag worden bewaard.
Maar hoe kom je erachter dat een bericht niet is afgeleverd of niet goed is verwerkt? Dat kun je terugzien in de uitgebreide beheeromgeving van het Frank!Framework. Alle koppelingen binnen het framework worden weergegeven binnen deze beheermodule. Op die manier kun je eenvoudig zien wat de status van alle berichten is, error-logs bekijken en ontdekken welke berichten er nog in de pijplijn zitten. Mocht het nodig zijn, dan kun je zelf berichtenstromen analyseren en berichten opnieuw verzenden, zonder daarvoor een programmeur in te schakelen.
Bij het opnieuw aanbieden van data, wil je natuurlijk voorkomen dat die gegevens dubbel worden verwerkt in de doelapplicatie. Het kan namelijk gebeuren dat een webservice een foutmelding geeft, terwijl de data wel zijn verstuurd. Daarom krijgt elk bericht een identifier mee. Daarmee kan worden gecontroleerd of een bericht met die specifieke identifier al is verwerkt of nog niet. Op die manier voorkom je dat er duplicates ontstaan.
Hoe ziet je keten eruit, waar lopen spaak en welke kansen zie je om processen te automatiseren en te standaardiseren? Check ons stappenplan om grip te krijgen op jouw applicatieketen of stel je vraag en we nemen zo snel mogelijk contact met je op.
Wil jij meer grip op jouw applicatieketen?